Steekkaart: Recht 2.2.2.: De Herstellers
Coralie Coloratuur. maart 2018.
correcties: 19 juni 2019.
De Hollandse bisschop Van Weddingen, door Rome geconsulteerd in verband met de oprichting van een Hoger Instituut voor Wijsbegeerte in Leuven, gaf te kennen dat België volgens hem ’était le dernier pays de l’Europe pour la philosophie sérieuse’[1], dus dat België voor de serieuze filosofie het allerlaatste land van Europa was.
Dit citeer ik naar Lucas Mariëns ‘Traktaat van het alsof’ (in Alle lust wil eeuwigheid, 2017), waarnaar ik ook verwijs voor die hele geschiedenis. Ik beperk me hier tot een paar hoofdlijnen om de achtergrond van de diefstal van de Rechtvaardige Rechters in herinnering te roepen. Het begrip Rechtvaardige Rechters is na de Eerste Wereldoorlog een politiek symbool geworden. Het ging erom de rechtsfilosofie een nieuwe wending te geven, terug naar wat er aan de verlichting en zelfs aan de reformatie voorafging. Geen democratie meer, maar wahahare democratie. Hierover gaat Steekkaart https://hetparadigma.eu/2018/12/17/steekkaart-recht-2-1/.
***
Het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte in Leuven zou het centrum worden van een renouveau van het thomisme, de middeleeuwse, niet kritische en de naam filosofie niet verdienende scholastiek van Thomas van Aquino. In een encykliek Aeterni Patris van 1879 bezweert de paus al in de inleiding een ‘herstel van de gezonde wijsbegeerte’, waarmee hij het thomisme bedoelt. Hij plaatst deze ‘gezonde’ tegenover de ‘valse’ moderne filosofie, die ‘de oorsprong is van private en sociale kwalen’. Kant en Hegel zijn op dat ogenblik al lang dood en behoren tot het ideële erfgoed van de mensheid. Marx heeft het versteende denken over kapitaal en arbeid voorgoed opengebroken. Friedrich Nietzsche is aan zijn zegetocht begonnen.
***
De framing: de ware, gezonde dit en dat… Het herstel – dat een heersende toestand van ziekte impliceert. ‘Het herstel der sociale orde’ luidt de titel van het ‘Volledig Verslag der XXste Vlaamsche sociale week’, gehouden in Brussel in 1933, enkele maanden voor de diefstal van de panelen van Jan van Eyck. De heersende toestand is er zelfs een van barbarij in heel Europa, meent de in die tijd beroemde domincanerpater Laurentius Julius Callewaert: ‘…Europa dat in barensnood is van nieuwe tijden, dat in geestelijken zin beleeft de volksverhuizing van de barbaarsheid naar de nieuwe kultuur.’[2]
De opvolger van Leo XIII, Pius X, neemt het herstellen op in zijn wapenspreuk: Instaurare omnia in Christo – alles herstellen in Christus. De pausen pikken aan bij de middeleeuwen-cultus van de romantici en construeren mee een romantisch, irreëel en sentimenteel beeld van deze voor de allermeeste mensen – maar ook voor de kunst en het denken – duistere periode.
***
De jonge Arsène Goedertier werd bij gelegenheid uitgescholden voor ‘salondemocraat’. Er bestond namelijk niet alleen een wahahare, maar ook een ‘valse’ democratie. Welke van beide in een bepaalde context bedoeld werd, werd niet altijd uitdrukkelijk vermeld – het is de opgave van de historische semantiek om hier klaarheid te scheppen. In ieder geval: doublespeak; bewuste, vaak bedoelde spraakverwarring was aan de orde van de dag. Men kon zich voordoen als democraat, maar iets heel anders bedoelen dan wat de algemene taal daaronder verstond.
***
De Rechtvaardige Rechters werden gestolen aan de vooravond van de afkondiging van een nieuwe, klerikaalfacistische grondwet in Oostenrijk die de neothomistische maatschappijopvatting weerspiegelde. De juichkreten waren niet uit de lucht, ook – en vooral – niet in de Vlaamse ‘pers’. Waarom hadden wij dat ook niet?
Ook Spanje, Portugal en Slovakije kregen – tot op zekere hoogte tot in onze dagen – klerikaalfascistische regimes. Katholiek Europa had een programma aan de omzetting waarvan ondergronds, maar ook openlijk, gewerkt werd.
De strategie bestond erin van de randen naar het centrum toe te werken en in gespreide slagorde op te treden, en ordre dispersée.
***
In stilte gaat dat natuurlijk nog steeds door. Opus Dei is alleen maar het meest bekende van de organisaties, prelaturen, broederschappen, charismatische bewegingen… die ondergronds woelen om de democratie af te schaffen. Dat alles speelt zich af in een soort van halve openbaarheid, iets dat verwant is met Goethes openbaar geheim: de meeste mensen hebben niets in de gaten, maar de ingewijden of wie de moeite wil doen om zich in de zaken te verdiepen, om bijvoorbeeld Thomas van Aquino erop na te lezen, die kan te weten komen van waar de wind waait.
De verlichte, liberale democratie wordt bestreden – in de media en het onderwijs.
Onrechtvaardige wetten moeten niet worden gehoorzaamd, mogen zelfs niet worden gehoorzaamd als ze in strijd zijn ‘met een goddelijk goed’, zegt Thomas. (Summa Theologiae, Ia-IIae.) Een voorbeeld van een onrechtvaardig rechtsprincipe is bijvoorbeeld de godsdienstvrijheid. Die geeft immers aan de ‘dwaling’ dezelfde rechten als aan de ‘waarheid’. Idem dito natuurlijk de grote vrijheden van de wereld die het ancien regime (hier en daar, tot op zekere hoogte) van zich af heeft geschud: vrijheid van meningsuiting, van vereniging, persvrijheid…
De moderne liberale rechtsopvatting van een zo groot mogelijke persoonlijke vrijheid, waarbij de overheid alleen tussenkomt als het algemeen belang op het spel staat – dat is niet compatibel met Thomas’ opvatting van een rechtvaardige (katholieke) orde.
De wereldlijke macht moet onderworpen zijn aan de geestelijke macht – met de beeldspraak van Thomas: zoals het lichaam onderworpen is aan de ziel. De paus is het hoogste gezag, boven alle wereldlijke macht en het belangrijkste begrip uit de verlichte rechtsopvatting, de scheiding van de machten, is volgens de neothomistische staatsleer uit den boze.
***
Spannend is wat er dezer dagen in Polen gebeurt. Daar hebben ze op weg naar die stralende nieuwe middeleeuwen de scheiding van de machten gewoon afgeschaft, de justitie opnieuw onder controle van kerk en politiek geplaatst: de heropleving van de Rechtvaardige Rechters, de Justi Judices van het thomisme. Niemand wijst erop dat die Poolse restauratie katholiek is, dat dat consequent is, dat dat de toepassing is van het (voor katholieken eigenlijk verplichte) thomisme. De media behandelen het als eenmalig, door een nu eenmaal door meerderheden, politieke constellaties tot stand gekomen bestel, wat immers democratisch is! Ze wijzen niet of nauwelijks op het systeem erin, op het programma van een katholieke restauratie.
Er wordt wel wat geprutteld in de EU, maar niet echt, niet menens. Het zijn protesten voor de galerij, er wordt niet doortastend ingegrepen volgens de grondprincipes die in de EU eigenlijk heersen.
Nog geen jaar geleden, op 4 juli 2018, hield de Poolse minister-president Mateusz Morawiecki een toespraak in het Europese parlement. Hij begon met te zeggen dat de ‘democratie’ gesterkt moet worden. Dat horen de mensen graag, en de spreker geeft zichzelf impliciet een diploma van mensenvriend.
In een adem beschuldigde Morawiecki er dan de EU van ‘boosaardige dreigementen’ in de richting van Polen te uiten, naar aanleiding van die restauratieve ingreep, maar zijn land zou niet wijken, integendeel. In plaats daarvan was het zijn droom, aldus Morawiecki, ‘de EU te transformeren, ze te re-christianiseren’ (https://deutsch.rt.com/europa/72607-polnischer-ministerpraesident-beschuldigt-russland-gezielten/). M.a.w. van de hele EU een Polen te maken.
Een ander pilootproject is Spanje, waar ze het fascisme met een paar kosmetische ingrepen salonfähig hebben gemaakt. De recente processen tegen Catalanen, het misbruik van justitie voor politieke doeleinden, de rechtsverkrachting allerwegen – om maar te zwijgen over het brutale geweld in gevangenissen en verhoorkamers van de Guardia Civil.
***
Het renouveau catholique na de Eerste Wereldoorlog.
Het is de paus, Leo XIII., die ’recommençait […] à se mêler des choses de ce monde en légiferant sur elles’[3] – die zich opnieuw met de gang van zaken in de wereld begon te bemoeien en de wet te stellen. De paus heeft bijgevolg mensen nodig aan wie hij macht kan delegeren, Justi Judices van de wereldlijke orde, die hij volgens het thomistische principe van de Potestas Indirecta en de theorie van de twee zwaarden kan aanstellen om de wereld te besturen overeenkomstig het kerkelijk recht. De kerk heeft de jurisdictie over de wereldse autoriteiten. Haar politieke ambities werden in de Goedertier-tijd überhaupt minder omfloerst uitgesproken, het ralliement was nog niet zo ver doorgedrongen. Voorbeelden van die mentaliteit zijn niet moeilijk te vinden. Een professor Charles Journet van de nieuw gestichte universiteit van Fribourg in Zwitserland schrijft een boek over de ’Juridiction de l’Église sur la Cité’[4], dus de rechtsmacht van de kerk over de maatschappij. Door toedoen van Mercier is Frans van Cauwelaert een tijdje professor geweest in Fribourg – Van Cauwelaert die zelf aan Merciers Institut gestudeerd had als een van de jonge toekomstige politici die daar werden klaargestoomd.
De opleving van het theocratische gedachtengoed na de oorlog wordt geïllustreerd door het werk van Jacques Maritain. Na diens boek ‘Primauté du Spirituel’, zo schrijft professor Journet, ‘en expliquant la juridiction de l’Église du Christ sur la Cité, c’est-à-dire le cas où se réalise concrètement […] la primauté du spirituel’[5] begrijpt iedereen welke kant het uit moet. Het wereldlijk recht is ondergeschikt aan het canonieke. En Journet citeert Thomas:
‘Jus autem divinum, quod est ex gratia, non tollit jus humanum quod est ex naturali ratione.’[6] – het goddelijke recht echter, dat voortkomt uit de genade, erkent het menselijke recht niet dat voortkomt uit de natuurlijke rede.
Al deze meningen werden gepropageerd door het tijdschrift
Revue catholique de droit, uitgegeven door het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte. Dat ‘wou de recente ontwikkelingen in de rechtswetenschappen voor een ruimer publiek toegankelijk maken vanuit de overtuiging dat katholieken daarin een bijzondere opdracht hadden (cursivering van mij; LM). (…) Ze beschikten namelijk over ‘des vérités stables’ en hadden zich van bij de aanvang opgeworpen als ‘les défenseurs de toute justice’. ‘[7]
***
Rechter over België.
Een zekere Picavet, Professor aan de École des hautes Études in Parijs publiceerde over het neothomisme in de Revue Philosophique van Leuven en wordt door kardinaal Mercier als volgt geciteerd[8]: ’Les catholiques, unis par le thomisme, qu’ils complètent avec une ample information scientifique, sont devenus les maîtres de la Belgique.’ – De katholieken, eendrachtig door het thomisme dat ze completeren met een brede wetenschappelijke vorming, zijn de heersers over België geworden.
Niet zonder een zekere ironische ijdelheid voegt de kardinaal daar aan toe dat de Franse professor de toestand wel als ’un peu bien au tragique’[9] ziet.
Bij Mercier wordt justice een strijdkreet, vooral na het begin van de Eerste Wereldoorlog. Onvermoeibaar herhaalt hij dat de Duitse aanval op België een rechtsbreuk is en een direct gevolg van de Duitse filosofie. En dat het recht hersteld worden moet, vanzelfsprekend in de zin van de wahahare filosofie. Vooral in de Verenigde Staten wordt Mercier populair op een manier die misschien vergelijkbaar is met de Dalai Lama op bepaalde momenten. Na de oorlog maakt hij een triomfantelijke reis langs Amerikaanse universiteiten die met elkaar wedijveren om hem tot eredoctor te mogen promoveren. Er verschijnen boeken over hem, hij werd opgenomen onder de ‘Reuzen’[10] en zijn geschriften werden in Amerika gepubliceerd[11]. Het hoogtepunt van zijn invloed bereikte Mercier onder paus Benedictus XV (1914-1922), die na de oorlog een ‘Nieuwe Wereldorde’ wilde oprichten en die zich onder andere bezighield met de oprichting van een volkerenbond op basis van het canoniek recht (Encykliek „Pacem Dei“, 23 mei 1920).
***
Het neothomisme van Leo XIII is een poging om de anti-revolutionaire, retrograde, reactionaire stroming een ‘filosofisch’ fundament te geven en ze te systematiseren.
Kardinal Mercier noemde het gevecht tegen de filosofie van Kant, ce doux philosophe (sic)[12], zijn levensinhoud:
‘Le grand pervertisseur des idées du dix-neuvième siècle, est le philosophe allemand, Emmanuel (sic) Kant. J’en fus toujours si profondément convaincu, pour ma part, que je consacrai à le combattre tout ce que je pus trouver d’énergie et d’influence au cours de ma carrière professorale.’[13] De grote perverteerder van de ideeën van de negentiende eeuw is de Duitse filosoof Emmanuel (sic) Kant. Daar was ik altijd al zo diep van overtuigd dat ik alles wat ik kon opbrengen aan energie en aan invloed in de loop van mijn professorale carrière eraan heb besteed om hem te bestrijden.
’L’ Allemagne régnait mais le Cardinal était là, juge de l’ Allemagne’, schreef Georges Goyau in een hagiografie na de oorlog.[14] De kardinaal als rechter over Duitsland.
***
In een tijd waarin iedere publicatie gecontroleerd werd en waarin zelfs priesters niets in het licht mochten geven zonder imprimatur, is de opname van een tekst van Charles Maurras, uitgerekend in het officiële gedenkboek „Mémorial Jubilaire du Cardinal Mercier“ van 1924 – onder leiding van een baron de Waha-Baillonville[15] – niet minder dan een demonstratie. En het was Maurras die Mercier ‘le Grand Juste’ noemde.
Deze lieden beheersten het discours tussen 1918 en de diefstal van de panelen in 1934 – en nog later. Opvallend was de afwezigheid van een tegenstem, van een alternatieve opinie van enig niveau. Over de volledige achterlijkheid van de vrijzinnigen die niet in staat waren en zijn om andere ideeën in circulatie te brengen, zal ik het een andere keer hebben. De Thomistische categorieën zijn in ieder geval doorgesijpeld in het denken (sic) van de hele maatschappij.
***
Er werden brieven van Mercier gepubliceerd.
Een voorbeeld uit een schrijven van hem aan Generalgouverneur von Bissing uit de bezettingstijd: ‘Il y a une barrière, Monsieur le Gouverneur Général, où s’arrête la force militaire et derrière laquelle s’abrite inviolablement le droit.’
De diepere oorzaak van de oorlog lag volgens dit discours besloten in ‘de tegenstelling tussen de christelijk-geestelijke cultuur en de heidens-materiële barbarij, gevoed door het verderfelijke rationalisme’[16]. Dat poneerde Maria Elisa Belpaire, die voor de komst van Stientje Hemmerechts de meest pittoresk representant van het katholieke Vlaanderen was. ‘De wereldoorlog,’ schrijft ze, ‘was een keerpunt in de geschiedenis van de kerk. In bloed en tranen heeft de mensheid gezaaid, maar rijk is de oogst die onder het oog van de engelen in de eeuwige schuren wordt binnengereden. Justitia et Pax oscillatae sunt.’[17] Het nieuwe evenwicht tussen rechtvaardigheid en vrede was volgens Belpaire trouwens al bereikt in het Italië van Mussolini, waar ze in 1922 deelnam aan een internationaal congres voor katholieke vrouwen en deze tekst schreef over de in Italië eindelijk bereikte ‘ware’ democratie. Het algemene Unbehagen in der Kultur werd veelal geïnterpreteerd als een nieuw begin voor de ‘katholieke maatschappij’.
***
De overwonnen filosofie.
De Duitse nederlaag werd voorgesteld als de nederlaag van de kritische filosofie.[18] Die had een ‘moreel Verdun’[19] geleden, wat neerkwam op een godsoordeel tegen het ‘kantianisme’. Niets stond nu nog de overwinning van de neoscholastiek en de katholieke universiteit van Leuven in de weg. Het verdrag van Versailles was de uitdrukking van een door Mercier luidkeels geëiste ‘wrekende gerechtigheid’[20] – de kardinaal was zonder twijfel een van de haviken op de achtergrond van dat verdrag, waarvan de funeste kortzichtigheid alras zou blijken. Hij was wraakzuchtig, onverzoenlijk, vol haat en racistisch.
***
Een tastbaar gevolg van Versailles was natuurlijk dat de zijpanelen van het Lam Gods terug naar België kwamen. Die symboliseerden de Duitse nederlaag en Merciers grote triomf: de nederlaag van de slechte filosofie. Het Lam Gods kreeg een betekenis als een ‘nationaal’ heiligdom. Vooral het paneel van de Rechtvaardige Rechters was een hoogtepunt voor de zozeer door Juges, Grand Justes, en wahahare dingen bezeten geobsedeerden. De diefstal van vooral dát paneel, dat van de Rechtvaardige Rechters, was dan ook een steek recht in het hart van de zompige wereld van soppende soutanes en plodderige pijen.
Tenslotte: een filosofie zonder Kant, konden ze zich daarbij eigenlijk iets voorstellen? Toch alleen maar als ze zich bij ‘filosofie’ helemaal niets konden voorstellen.
———————————————————————–
- J-P. Hendrickx, J. Pirotte und L. Courtois: Le cardinal Mercier, un Prélat d’Avant-Garde. P. 101. ↑
- Callewaert: En Vlaanderen voor Christus, p. 125. ↑
- Goyau, Le Cardinal Mercier. Paris 1918. P. 30. ↑
- Parijs 1931. ↑
- C. Journet : La Juridiction de l’Église sur la Cité, Paris 1931. P. 18 e.v. ↑
- Motto van het boek van Journet. ↑
- Nieuwsbrief van het Katholiek Documentatiecentrum (Kadoc) Leuven, 01/02 2004. P. 16. ↑
- Mercier : Le Christianisme dans la vie moderne. P. 76. ↑
- T.a.p. ↑
- Julian B. Arnold: Giants in Dressing Gowns. Chicago 1942. (daar figureert Mercier naast Darwin, Conan Doyle, T.E. Lawrence, Stanley…) ↑
- Mercier, His Eminence D.J. Cardinal: Cardinal Mercier’s own Story. New York [George H. Doran Co.] 1920. ↑
- Georges Goyau: Mercier. p. 97. ↑
- J. D. Mercier: Voix de la Guerre. Georges Thone, éditeur, Liège 1937. p. 146. ↑
- Geciteerd in (Mercier:) Voix de la Guerre. p. 11. ↑
- Gepubliceerd in Antwerpen, 1924. ↑
- Geciteerd door Schrooten, t.a.p. p. 58. ↑
- Maria E. Belpaire: Reukwerk. Antwerpen 1931. p. 198. ↑
- Bv. Georges Goyau: Le Cardinal Mercier. Paris 1918. Daarin hs. VIII: „Un vaincu de la guerre: le kantisme“. ↑
- O. c., p. 9. ↑
- O. c., p. 93. ↑