Henry Koehn als fotograaf Posts

Koehn als fotograaf (10)

april 2018. Coralie Coloratuur.

 

Ik ben geen historicus, maar uit het perspectief van de leek meen ik dat het het werk van Dr. Albert de Jonghe is geweest, dat duidelijk heeft gemaakt dat er binnen de bezettingsmacht 1940-1944 een nazificering heeft plaatsgevonden. Aanvankelijk was het bestuur militair, dit wil zeggen grosso modo a-politiek. Maar de partij, hoofdzakelijk in de gedaante van de SS, probeert de zaken naar haar hand te zetten en alles een nationaal-socialistisch karakter te geven.

De Kunstschutz was – al in de Eerste Wereldoorlog – een initiatief van prof. Clemen, een kunsthistoricus uit Bonn. Enkele collega’s vonden er een onderkomen en probeerden in de gegeven oorlogsomstandigheden iets zinnigs te doen. Prof. Metternich, de chef van de Kunstschutz in 1940, was een leerling van Clemen.

Aanvankelijk is er ruimte voor een initiatief als dat van Henry Koehn, die een onderzoek naar de Rechtvaardige Rechters begint met medeweten en ook wel met de stille steun van graaf Metternich – en ook van gouverneur-generaal Von Falkenhausen. En vanzelfsprekend met die van de collega’s bij de Kunstschutz.

Als Metternich in de zomer van 1942 op initiatief van Hermann Göring wordt ‘kaltgestellt’, wordt er een zekere Löffler als chef geparachuteerd op de dienst in Brussel, die geen kunsthistoricus was, maar een betrouwbare partijsoldaat. Er komt dan een onderzoek naar Koehns activiteiten als Rechtvaardige Rechters-detective en Koehn krijgt verbod zijn onderzoek voort te zetten. Een verbod dat hij bij gelegenheid aan zijn laars lapt. Tot zover over de Kunstschutz op dit moment.

 

Dat de Kunstschutz aanvankelijk inderdaad ook zorgde voor de bescherming en eventueel de restauratie van het patrimonium blijkt uit twee foto’s die Koehn maakte van de romaanse kerk van Waarmaarde in West-Vlaanderen, die een voltreffer heeft gekregen en zwaar beschadigd is. De eerste dateert uit de eerste oorlogsdagen, van 5 augustus 1940. Volgens het bijschrift is de restauratie op dat moment al begonnen. De tweede foto is van april ‘43, na de restauratie. Het gaat hier duidelijk om een belangrijk gebouw, maar er werden ook onbeduidende (neogotische) gebouwen gerestaureerd.

 

 

 

 

 

Henry Koehn als fotograaf (9)

januari 2018. Coralie Coloratuur

 

De zevende juli 1940 was een zondag.

Deze foto’s zijn blijkbaar genomen aan de kerk van Kasterlee. Waarschijnlijk heeft Koehn een paar kerkgangsters aangesproken voor of na de mis.

 

 

 

 

Hij heeft zich blijkbaar geïnteresseerd voor de zondagse muts van deze vrouw.

 

 

De vrouwen die model stonden zien er niet echt verheugd uit. Durfden ze niet te weigeren om te poseren?

Het was natuurlijk oorlog en een Duitser was in hun ogen een Duitser – al zal de beminnelijke Henry Koehn ook in dit geval wel erg vriendelijk zijn geweest. Maar alleen al dat uniform, dat hij die hele oorlog altijd aan had, met koppel en grote kepi enzovoort…

Was hij zelf ook niet helemaal op z’n gemak? De compositie van deze foto’s schijnt slordiger te zijn dan we van hem gewoon zijn – wij hebben ze nog wat bijgesneden. Was hij misschien bang dat zijn modellen zouden weglopen?

 

 

Henry Koehn als fotograaf (8)

januari 2018. Coralie Coloratuur

 

De foto’s uit Kasterlee dateren van 7 juli 1940, dus uit de eerste dagen van de oorlog. Koehn was toen nog niet begonnen aan zijn grote onderzoek naar de Rechtvaardige Rechters.

 

 

 

 

 

Koehn als fotograaf (7)

januari 2018. Coralie Coloratuur.

Henry Koehn was o.m. op het Afrika-instituut van Leo Frobenius – op dat moment in Frankfurt am Main – actief geweest als cultureel antropoloog. Dat vak interesseerde hem. Hij maakte bijvoorbeeld ook foto’s van vrouwen in traditionele klederdracht in de Kempen. De eerste die we hier reproduceren zou een vrouw ‘in rouwkledij’ afbeelden. Lucas betwijfelt of het echt rouwkledij was. Hij heeft die vrouwtjes in kapmantel nog gezien in de Kempen in het midden van de jaren ’60, zegt hij: ‘Het was toen ook al extreem zeldzaam. Alleen héél oude vrouwtjes gingen zo nog naar de kerk of naar de markt. Maar ik heb er als kind nog een paar gezien, in 1965 ongeveer. En niet in Kasterlee, maar in Bel, een gehucht van Geel.’

 

 

 

 

 

Koehn als fotograaf (6).

oktober 2017

CC

 

Henry Koehn ging pas drie weken na zijn aankomst in Brussel een dag naar Gent. Zijn zoektocht naar de ‘Rechtvaardige Rechters’ zal pas dan beginnen. Onderweg fotografeert hij graven van kennelijk inderhaast begraven Duitse soldaten. Dat het Duitsers zijn blijkt uit de Stahlhelme  op de kruisen. Als kruis op het middelste graf fungeert een soort kleerhanger. De aardhopen in de wei op de achtergrond kan ik alleen verklaren als geschutskraters…

Ik heb Koehns afkeer van de oorlog al gedocumenteerd:

https://kurtz.owncube.com/aan-koehns-graf/

– en dat hij het terneerdrukkend vond ‘de sporen, de verschrikkingen en het lijden van de oorlog te zien, ontvolkte huizen en hoven, verbarrikadeerde en ingestorte gebouwen’ (Tagebücher 1,6).

 

 

De rug van de meeste foto’s die hij maakte werd netjes – met de schrijfmachine – beschreven. Op deze staat een haastige krabbel met potlood – wat er een uitgesproken privé-karakter aan verleent.

Koehns weduwe Eva maakte zich steeds zorgen dat andere mensen zijn handschrift niet zouden kunnen lezen. Zo tikt ze brieven van hem, van in Brussel aan haar vader gericht, eerst netjes over. Karel Mortier krijgt in de jaren ’60 ook alleen maar door haar gemaakte uittreksels uit de dagboeken te lezen – het origineel zou hij volgens haar toch niet kunnen ontcijferen. Dat het lang niet zo moeilijk is blijkt uit het opschrift op deze foto: ‘Soldatengräber an der Landstraße vor Gent 1940’.