Een moeilijke beslissing. Over literaire vorm.
Lucas Mariën. December 2020.
In het eerste deel van het werk over de Rechtvaardige Rechters moest ik beslissen of ik een foto zou opnemen in de tekst. In de inleiding tot dat werk heb ik uiteengezet dat het gebruik van digitale media consequenties heeft voor de literaire vorm. Ik ben van mening dat we een tijdlang met een mix van digitale en traditionele media zullen werken. In ieder geval – een paar decennia geleden nog was het een hele onderneming om foto’s op te nemen in een gedrukte tekst. Nu is het kinderspel, maar of je het daarom ook echt moet doen?
*
De situatie in het boek is de volgende: Frank Nienoppes (pseud. van Frank Noppes), recensent bij een obscuur weekblad waarvan de naam aan uitwerpselen doet denken, is onderweg naar het feest ter gelegenheid van de uitverkiezing van Frans Zelfspeler tot Poëet van de Natie. Hij staat op het bergpad dat hij moet volgen op een brug over een ravijn. Hij vraagt zich af of hij de foto van Nancy, door hem poëtisch de ‘dochter van de prairie’ genoemd, niet in het ravijn zou gooien. Frank is namelijk een jaar in de Verenigde Staten geweest, in een uitwisselingsprogramma onder controle van de CIA. Zijn belevenissen heeft hij beschreven in een roman ‘Amerika’ die hij zonder succes heeft aangeboden aan een uitgever. Maar bij die gelegenheid zou er een kopie van het manuscript gemaakt zijn om er op feestjes uit voor te lezen. Nancy van de Prairie was cheerleader in de band van de school waaraan ook Frank verbonden was. Frank heeft haar dan geïntroduceerd bij het ‘Werk’, een fundamentalistische organisatie waarvan het lidmaatschap niet goed in overeenstemming kan worden gebracht met het cheerleader-uniform dat door Nancy aanvankelijk ook buiten de optredens van de groep, in het dagelijks leven, werd gedragen.
Nu zit hij met het dilemma dat hij deze foto, zijn laatste herinnering aan Nancy als cheerleader, niet graag opoffert. Anderzijds mag het document in geen geval bij hem worden gevonden door Coralie Coloratuur, een van de belangrijkste personen van de Verheven Villa aan het Hogere Meer, waar het feest zal plaatsvinden. Coralie is namelijk zijn nieuwe uitverkorene. Tenmiste, hij is ernstig van plan haar het hof te gaan maken. Vervolgens zal Coralie er niet langer over peinzen ‘haar volk te leren denken’, maar zal ze met een lied op de lippen de zorg voor hun kinderen op zich nemen. Het ‘Werk’ zou het hem hoog aanrekenen als hij dat denken kon verhinderen, en misschien zou hij dan toch nog professor kunnen worden aan een universiteit van de organisatie in Pamplona of Navarra – in plaats van zijn huidige functie van ‘professor’ aan de Katholieke Hogeschool van Mechelen. Slechts. Aldus Franks redenering.
*
Op deze plaats wordt ook de schrijver geconfronteerd met een dilemma: Franks foto van de Prairiebloem laten zien of niet! Dit wil zeggen: hem opnemen in de tekst? Daarmee zou worden tegemoetgekomen aan een natuurlijke nieuwsgierigheid bij de lezer, die zich vanzelfsprekend afvraagt wat er zo opmerkelijk is aan die foto. En aan de uitdaging door dat ravijn. Bovendien zou de schrijver ontslagen worden van de taak een visuele indruk met woorden op te moeten roepen als hij gewoon die foto reproduceert. En tenslotte, als de vermenging van media voortaan mogelijk en zelfs wenselijk is, waarom dan eigenlijk niet?
Omdat het in dit concrete geval een uiting zou zijn van verloedering van de literaire vorm en van verfoeilijk naturalisme.
De post-literatuur is de tot de uiterste vulgariteit afgezonken romantiek.
De romantiek die op ieder kunstwerk loert om het te besmetten als schimmel, om het aan te tasten met zwammen, door schurft. Die foto opnemen – juist dat zou romantiek zijn, anekdotisch, alleen maar decoratief. De ecologische klassiek heeft het decoratieve en naturalistische de oorlog verklaard ten voordele van het scheppende, de plotselinge openbaring. Niet nog meer vormeloosheid, dwaalwegen van de twintigste eeuw – maar scheppende restauratie van de door de grootste genieën ontwikkelde paradigmata van de literatuur.
Wat zouden Pindaros en Leopardi in zo’n geval hebben gedaan? En de rijpe Gerard Walschap, de adelaar van Londerzeel – ze zijn nog niet eens in staat geweest hem goed te lezen! (Walschap niet gerecipieerd.)
De foto in de tekst onderbreekt de stroom, het ritme en de melodie van het proza. Het is al een oude kritiek op Lessing die het beeld, de metafoor aanprijst als middel om de lezer directe toegang te laten vinden tot het literaire medium, dat hij een vreemd element binnenhaalt in het medium literatuur. Door de beeldvorming niet over te laten aan het voorstellingsvermogen van de lezer maar het hem kant-en-klaar voor te zetten.
De interruptie door het beeld is een inbreuk in het tekstmedium. Het vreemde medium slaat een schaarde in de bewustzijnsstroom die de tekst juist in het brein van de lezer teweeg wil brengen. Maar misschien moeten we in een poly-mediale literaire structuur – daarover meer in de hierboven vermelde inleiding tot het Rechtvaardige Rechters-werk – minder denken vanuit de tekst die bestemd is voor het gedrukte boek. En ook denken vanuit het digitale medium.
Op deze plaats moet er in ieder geval een knoop worden doorgehakt.
Ik laat de tekst onaangetast en plaats de foto hieronder in het net – vol angst te veel te tonen en al dingen te verklappen uit een ‘roman‘ waartoe wij hopelijk de kracht zullen hebben hem nooit te schrijven. We beschouwen de traditionele roman sowieso als achterhaald, leeggemolken, een lege huls.
Alles wat u ooit over het geheime leven van Frank te weten zult komen staat al in het Bolwerk van de Geest, d.w.z. in het hoger genoemde eerste deel van het werk over de Rechtvaardige Rechters.
Nienoppes’ Prairiebloem als cheerleader.