Steekkaart: Max Winders.

 

(1) 16 december 2018. CC.

Een correspondent liet weten dat Henry Koehn en Max Winders elkaar voor de eerste keer ontmoet hebben in de kathedraal van Antwerpen. Ik herinner me vaag zoiets uit Koehns dagboeken, maar ik heb het nu niet nagekeken. Er bestaat wel een indrukwekkende serie foto’s over een gemeenschappelijk bezoek aan de kathedraal en – meen ik – ook aan Sint-Paulus. Ik zal die foto’s ter gelegenheid van Kerstmis en Nieuwjaar publiceren.

Over de spectaculaire opgang van Winders na de oorlog heb ik iets in het Archief van de Rechtvaardige Rechters – als het erop aankomt dé bron van kennis – ja van wijsheid!

In 1967 was Winders een van de hoogste waardigheidsbekleders in de Orde van Malta. Hij was volgens een ‘Annuaire’ van dat jaar namelijk een van de drie ‘conseillers’ in het ‘Conseil National de la Lieutenance de Belgique’. Bovendien was hij een van de vijf ‘Chevaliers de Grand-Croix’ die deze ‘orde’ toen rijk was. De andere vier waren:

  • Koning Leopold III.
  • Prins Karel, graaf van Vlaanderen.
  • Kardinaal Suenens.
  • Graaf Thierry van Limburg Stirum.

Andere protagonisten – zoals Frans van Cauwelaert – waren veeleer lid van de minder aristocratische ‘Orde van het Heilig Graf’.

 

(2)  25 december 2018. CC.

In de schriftstukken die ons ter beschikking staan noemt Max Winders Oberleutnant Koehn steevast ‘Commandant’:

Op deze enveloppe heeft Winders eigenhandig Koehns adres geschreven; in andere gevallen is dat met de schrijfmachine geschreven. Een andere eigenaardigheid is, dat hij zijn brieven verzegelde met lak. Op zijn zegel staat een bijenkorf, een stuk zuil met kapiteel en nog andere dingen. Duidelijk te lezen is de naam Winders.

 

(3)  31 december 2018

Max Winders voor de door de Kunstschutz opgebouwde bescherming van de barokke gebeeldhouwde biechtstoelen in de Sint-Pauluskerk in Antwerpen. De biechtstoelen staan achter de wand waar Winders voor staat. Foto Henry Koehn, 12 maart 1941. Koehn merkt op dat de biechtstoelen toegankelijk moesten blijven, zodat de zonden van de Antwerpenaars niet onvergeven moesten blijven. Andere op deze dag genomen foto’s binnenkort bij ‘Koehn als fotograaf’.

 

(4) 5 januari 2019

Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van Winders wijdde het weekblad Panorama op 25 juni 1982 een dubbele pagina aan hem. Een foto van Max en zijn echtgenote, ‘staatsiefoto’ genaamd, laat het echtpaar zien in een soort petit Versailles waar gelukkig een kleinburgerlijke  noot wordt ingebracht door de Opus Dei-vorsten Fabiola en Baudouin – ik ben het vergeten, maar er was toch iets met Baudouin en de moord op Patrice Lumumba- hoe zat dat in elkaar? Van welke Saksen-Coburg-Eisenachs er dus een foto prijkt aan de voeten van mevrouw Winders.

Geen wonder, ze kenden elkaar natuurlijk van op de fuifjes van de Orde van Malta.

Winders was volgens de vlijtige beoefenaar van de Huichelarijse nepliterauur Marnix Gijsen een ‘fantast’. Maar het is waar dat hij sommige dingen wat aandikte. Zo schrijft de journaliste Maryse van Hee, auteur van het Panorama-stuk en blijkbaar gebriefd door het echtpaar:

‘Ook in de Tweede Wereldoorlog maakte hij (d.i. Max Winders; CC) zich uitermate nuttig door onze kunstschatten uit de handen van de Duitsers te houden. Niet minder dan zeven vrachtwagens, volgeladen met schilderijen en beelden van grote meesters, gingen aldus aan de neus van de bezetters voorbij, dank zij de gewiekste trucjes van Max Winders. Met medewerking van kardinaal Van Roey, de aartsbisschop van Mechelen, slaagde de nu 100-jarige erin de meest waardevolle voorwerpen in Zuid-Frankrijk te verstoppen.’

Ik stip hier alleen maar aan dat hij niet de grote held was, dat was Koehn. De zeven vrachtwagens waren er twee – een paar aanhangwagens van personenauto’s niet meegerekend. ‘Onze kunstschatten’ waren de schilderijen van het museum voor Schone Kunsten van Gent. Maar het Lam Gods was intussen wél in de handen van de Duitsers, d.w.z. de SS, gevallen. Door de operatie Pau van Koehn en zijn medestanders werd de rest van wat er in het kasteel van Pau was ondergebracht naar de eigenaar, het museum van Gent, teruggebracht. Wie er het fijne van wil weten komt in de toekomst aan zijn trekken op deze webstek en ook in de publicaties van het Paradigma.

Tenslotte die kardinaal… Ook Van Roey was tijdens de bezetting ietwat voorbarig geweest bij de aanname dat de katholieke maatschappij al bestond (toen hij  de koning met Liliane Baels trouwde zonder dat er een officieel, burgerlijk huwelijk had plaatsgevonden – een hoogst symbolische inbreuk op de ‘Belgische’ wet). Maar met het verstoppen van kunst in Zuid-Frankrijk had hij niets te maken gehad. De hele operatie Pau was opgezet door Duitsers, door de hoogst geplaatste vertegenwoordigers van het bezettingsregime incluis, die de SS een vlieg wilden afvangen. Uit politieke overwegingen moest er een min of meer salonfähige vertegenwoordiger van ‘België’ bij aanwezig zijn: Winders. Die voor de gelegenheid zelfs een pistool meekreeg. Wapendracht – iets waarop (voor normale burgers) de doodstraf stond.

De hele geciteerde passus is een exempel voor hoe propaganda werkt.

Het was wel handig voor Winders dat Koehn na de oorlog tot top-nazi werd uitgeroepen.

De intussen overleden oude man van wie ik dit knipsel kreeg was een geïnteresseerde en kritische waarnemer van het reilen zeilen in roemruchte Tartufistan. Hij vertelde dat i.v.m. Winders na de oorlog het verhaal de ronde deed dat die, Winders dus, ‘onze kerkklokken’ gered had – voor inbeslagname als grondstof voor de oorlogsindustrie. Ook in deze aangelegenheid was het in werkelijkheid Koehn die de hoofdrol had gespeeld.

Max Winders en zijn vrouw voor een portret van Max zelf.