LiteraLeaks (8)

 

E-mail Prof. Daas aan Eurykleia:

Met die hand op je knie, Eurykleia… Ik weet dat Jos Zoetesmeer, hoewel hij een vooraanstaande moraaltheoloog is, de hele verantwoordelijkheid op mij probeert af te schuiven. Als literatuurwetenschapper en –kenner – en bijvoorbeeld de ontdekker van Frans Zelfspeler, onze latere Poëet der Natie – heb ik er inderdaad misschien verkeerde voorbeelden op na gehouden. Niet voor niets hebben onze eerwaarde leraren ons indertijd gewaarschuwd voor de literatuur van de heidenen.

In het zesde boek van de Odyssee is Odysseus als schipbreukeling aangespoeld op het eiland der Faiaken. Naakt, uitgehongerd, uitgeput ligt hij in het struikgewas. Hij komt weer bij, gewekt door de vrolijke stemmen van meisjes die spelen in een riviertje. Het is de koningsdochter Nausikaä met haar ‘maagden’ die de was zijn komen doen. Odysseus nadert tot haar als smekeling, werpt zich voor haar ter aarde en omvat haar knieën. Hij vraagt haar om hem te helpen om weer in de beschaafde wereld terug te kunnen keren. Dus van die knieën gesproken, Nausikäa keurt dat geenszins af. Ze geeft hem zelfs uitdrukkelijk de raad haar ouders om hulp te vragen en daarbij haar moeder de koningin als smekeling de knieën te omvatten. Dat zal Odysseus ook doen, wat dan even uitdrukkelijk wordt goedgekeurd door Pallas Athene, Zeus’ blauwogige dochter.

De dulder Odysseus, Eurykleia! Niet voor niets hebben ze mij wel eens de Odysseus van Oud-Heverlee genoemd. En wie heeft meer te verduren gehad dan ik? Uitgezonderd de schipbreukeling bij Homeros zelf dan. Ik ben evenzeer door lotgevallen geteisterd, in het leven heen en weer geslingerd als hij. Nauwelijks te dragen rampen waren mijn deel en langere periodes van zwalpen en stuurloosheid. En ja ook – onmetelijke schande. Het was mijn Odysseus-natuur.

Tengevolge van dat alles ben ik tot op zekere hoogte gehard, maar toch, Eurykleia, als ik u vragen mag… Ik had geen vertrouwen mogen hebben in de kunst van de heidenen. Dan zou ik nooit mijn hand op je knie gelegd hebben.

Ik bid je, Eurykleia, dit alles – ook deze mail – met absolute discretie te behandelen. Tenslotte heb ik vrouw en kinderen en functies in de parochie. Neem alsjeblieft niet alles ernstig wat Zoetesmeer zegt en blijf over het algemeen kritisch ten opzichte van fake news en Russische hackers. Transcendentaal en hartelijke groet.

 

Eurykleia aan Coralie Coloratuur.

Als je al niet kunt beletten, kleindochter, dat allerlei correspondentie op de website terechtkomt, gebruik dan tenminste niet die vreselijke kop ‘LiteraLeaks’! Bestond er vroeger niet zoiets als de ‘Brieven van beroemde mannen’?

 

Coralie aan Eurykleia.

‘Brieven van obscure mannen’ bestond ook.