HOB 9.4. Spiegelingen.

Het ongeschreven boek [9.4.].

Dit hoofdstuk kan vergeleken worden met

 

Welkom. Historische semantiek , framing, epoche. http://hetparadigma.eu/2017/10/22/welkom-historisc…k-framing-epoche/.

 

En:

Steekkaart Renders, bijgewerkt en vervolledigd http://hetparadigma.eu/2017/05/14/detectivebord-em…aardige-rechters/.

 

 

Het ongeschreven boek. [9.4.]

 

‘Weet u waar je in het Frans een hoofdletter moet zetten?‘

‘Laat ‘s kijken.’

‘Dat is de zevende brief van DUA. Geschreven na het Antwerps Intermezzo en de mislukte overgave van het losgeld. Lees eerst eens.’

Henry overhandigde Moltke de brief en wachtte:

Monseigneur,

Wij hebben kennis genomen van uw schrijven dat samen met de fr. 25.000 bezorgd werd. Het zal wel niet nodig wezen te onderstrepen hoezeer we teleurgesteld waren bij de lectuur ervan. Woordbreuk in dergelijke omstandigheden, terwijl wij er ons toe verbonden hadden u het kostbaarste object ter wereld – waarvan de teloorgang voor alle tijden een zware belasting zal betekenen voor diegenen die er verantwoordelijk voor zijn – terug te bezorgen in ruil voor een alles samen genomen minieme vergoeding – het is onvoorstelbaar! En bovendien het wederzijds vertrouwen ruïneren, dat zozeer onmisbaar is bij de delicate onderhandelingen over dit gigantische werk. Hoe erg is dat!

Bij kalme en aandachtige lectuur van uw schrijven stellen we vast, monseigneur, dat u onze overeenkomst schendt op twee manieren:

1. U vermindert het bedrag van het commissieloon, terwijl u ons een minieme provisie stuurt voor de grisaille die we niet gevraagd hadden.

2. U verandert fundamenteel de modaliteiten voor de overdracht van losgeld en paneel. Daarentegen bevestigt u ons dat de affaire definitief geseponeerd is.

Laten we uw eerste falen onder de loep nemen.

U bent erin geslaagd fr. 25.000 bijeen te brengen. Wij kunnen niet geloven dat meer niet mogelijk was, en weigeren te aanvaarden dat het verschil tussen beide bedragen voor de burgerlijke en kerkelijke autoriteiten de reden zou zijn om de RR prijs te geven aan een onherroepelijke vernietiging. De koning, de koninginnen, de regering, de Belgische bisdommen, het grootkapitaal en de overvloedig geprezen beschermers van de kunst zouden niet in staat zijn om met vereende krachten de gevraagde som op te brengen?

Dat kunnen wij niet geloven.

2. U wilt de modaliteiten voor de overdracht veranderen – nadat u ons vertrouwen geruïneerd hebt. Dat kunnen we niet aanvaarden. Wij hebben vanzelfsprekend alle mogelijkheden onderzocht alvorens we ons voorstel deden, en we geloven niet dat er iets kan worden veranderd. Tot nu toe zijn wij onze verplichtingen nagekomen. We hebben de Sint-Jan teruggegeven zonder een tegenprestatie te vragen om onze goede trouw te demonstreren, onze intenties en de authenticiteit van de voorwerpen die we u voorstellen te ruilen. Wij hebben u aangespoord om uw verplichtingen na te komen en gegarandeerd dat wij de onze zouden nakomen – en we zullen dat ook in de toekomst doen. Maar we kunnen niets veranderen aan onze voorwaarden. We wijzen ieder gemarchandeer af. Want we weten wat ons te doen zou staan als het tot een breuk kwam. Om die twee juwelen in handen te krijgen hebben wij ons leven geriskeerd en we blijven overtuigd dat onze eisen niet overdreven zijn en ook niet onuitvoerbaar.

We zullen zes dagen wachten, na de ontvangst van onderhavig schrijven, om uw antwoord te lezen via de gewone weg. In onze vorige brieven hebben we er al op gewezen dat iedere verloren dag het gevaar voor het werk vergroot. Een prompt antwoord is dus verkieslijk.

Gelieve te aanvaarden, Monseigneur, onze allergrootste hoogachting.

D.U.A.

‘Hij is onmiskenbaar nerveus, de brief zit vol slordigheden, maar er is toch ook weer die ironie,’ zei Henry. En hij citeerde uit het hoofd: ‘de voorwerpen die we u voorstellen te ruilen. En daar krijgen we weer eens die toespeling op het eigendomsstatuut van het Lam Gods. De bisschop maar bemiddelen tussen de eigenaar – de staat – en de dieven. Een slag in het gezicht. De kerk eiste het eigendomsrecht immers voor zich op. En bovendien: wij hebben u aangemoedigd uw belofte te houden! Dat is toch de zalvende taal van de clerus, die aanmoedigt – sinds de inquisitie niet meer bestaat. Maar DUA suggereert hier dat hij een hogere macht is, die boven de bisschop staat – de rede zelf?’

‘En wat is er nu met die hoofdletters?’

Henry zocht in zijn slobberige tas.

‘Dat heb ik bij Winders opgeschreven. Die had een Gedenkboek voor kardinaal Mercier. Van 1924. Ik zat daar wat in te bladeren en plotseling stootte ik op een zin die bijna letterlijk in deze DUA-brief voorkomt. Ik heb het opgeschreven, kijk: de Koninklijke Familie en het Corps Diplomatique, de Regering, het Leger, de Academie, het Episcopaat en de Clerus, in één woord: de Natie, vertegenwoordigd door alle levende krachten en sociale klassen, jubelen Zijne Eminentie toe… Is het normaal dat Clerus, Regering, Natie met hoofdletters geschreven worden?’

‘Dat is een evocatie van de ware maatschappij, de relevante sociale groepen zoals ze op het Lam Gods afgebeeld staan. Kunsten schrijft hij ook nog met een hoofdletter. En grootkapitaal.’

‘Een veelvuldig onderscheiden beschermer van de kunst… Je denkt onwillekeurig aan Van Puyvelde. Is dat ironie? Sarcasme? Hoon…’

‘Hij citeert bijna dat gedenkboek. Dat moet in de propaganda van die tijd eindeloos herhaald zijn met lichte variaties.’

‘Wat betekent die formule dan? Wat heeft hij geïmproviseerd?’

‘De elites, de groepen van de Christelijke Maatschappij op het Lam Gods. En – het is niet te geloven: ik heb overal naar die verdwenen bibliotheek van Goedertier gezocht. Omdat commissaris Luysterborghs me verteld had dat de DUA-brieven ten dele uit citaten waren samengesteld. En nu vind ik toevallig zo’n citaat bij Winders. Als het dat is. Als het überhaupt iets te betekenen heeft.’