reclameboodschap
september 2017
Coralie Coloratuur/Het Paradigma
Dan kwam bladzijde 47!
Broeder Lokomotiv Onvervaart, genaamd Loko – hij wist zelf nog steeds niet wat hij ervan moest denken, van die revolutionaire naam die zijn vader hem gegeven had, eigenlijk de naam van zijn grootvader al…
Loko Onvervaart dus, van de achtbare loge ‘Eer en Deugd’ te A., was voor een korte vakantie naar de Balearen gevlogen. In het voorjaar nog had hij, om zichzelf met deze kapitalistische uitspatting in het reine te brengen, Lenins ‘Wat te doen?’ in zijn bagage gehad, maar dat had hij niet echt gelezen. Het had op zijn buik gelegen terwijl hij op het strand in de zon lag en het had daar een grote witte vlek nagelaten. Terwijl het boek zelf vettig van de zonnecrème geworden was! Nooit zou hij het nog kunnen uitlenen aan Nadezdja Ludmilla Petermans – die volgens hem zijn boek al lang uit het hoofd had behoren te kennen, maar die het toch bleef lenen.
Maar nu was het ‘Alle lust wil eeuwigheid’, dat in progressieve kringen met zoveel ongeduld verbeid was. En dat hij wél las – hoewel hij voor alle zekerheid zijn hemd had aangehouden, vanwege die zonnecrème.
En tot op bladzijde 46 was alles voortreffelijk gegaan. Het boek was wel kritisch, maar spannend, en de schrijver had alleen ideologische tegenstanders, klassevijanden, op de korrel genomen. Reeds had Loko in gedachten een briefkaart met veel palmbomern erop geconcipieerd, die hij aan zijn broer Traktor zou sturen en waarop hij het boek zou aanbevelen.
Toen kwam bladzijde 47!
***
Is er dan niemand blij met het nieuwe boek?
Toch wel! Stientje Averechts liet ons zelfs weten dat ze spectaculaire onthullingen wou doen in een (door mij met haar te maken) interview ‘zoals dat met Lucas Mariën voor de zomer’. Het is ter perse.
En professor Kenneth Kwark schreef ons: ‘In dit boek wordt aan alle Vl. literatuurprofessoren bijzonder duidelijk uitgelegd wat ze niet begrepen hadden aan Van Ostaijen en Walschap. Het stelt hen in staat alsnog de nodige kennis te verwerven en levert een bijdrage tot hun algemene ontwikkeling. De receptie van deze grote schrijvers staat niets meer in de weg! Transcendentaal gesproken.’